Deuteronomy 31:16
16En de Heere zeide tot Mozes: Zie, gij zult slapen met uw vaderen; en dit volk zal opstaan, en nahoereren de goden der vreemden van dat land, waar het naar toe gaat, in het midden van hetzelve; en het zal Mij verlaten en vernietigen Mijn verbond, dat Ik met hetzelve gemaakt heb. ▼ , ▼ , ▼▼ der vreemden van dat land, Hebreeuws, des vreemden van dat land; dat is, der Kanaänieten, die van God en zijn volk vervreemd waren, dienende vreemde goden.
,
▼▼ hetzelve; Versta, het land, of de vreemde Kanaänietische inwoners van hetzelve.
,
▼▼ hetzelve gemaakt heb Te weten, volk; en zo in het volgende doorgaans, hoewel het getal van enen en velen onder elkander vermengd is.
Copyright information for
DutSVVA