Deuteronomy 31:16

16En de Heere zeide tot Mozes: Zie, gij zult slapen met uw vaderen; en dit volk zal opstaan, en nahoereren de goden der vreemden van dat land, waar het naar toe gaat, in het midden van hetzelve; en het zal Mij verlaten en vernietigen Mijn verbond, dat Ik met hetzelve gemaakt heb.
 slapen met uw vaderen; Of, nederliggen; te weten, om te slapen; dat is, gij zult sterven. Alzo wordt de dood een slaap genoemd, omdat de lichamen rusten tot den tijd der opwekking; Psa 13:4, en Psa 76:6; Dan 12:2; Joh 11:11; 1Th 4:13-15; 2Pe 3:4.
,
 nahoereren de goden Zie Exo 34:15, en Lev 20:5.
,
 der vreemden van dat land, Hebreeuws, des vreemden van dat land; dat is, der Kanaänieten, die van God en zijn volk vervreemd waren, dienende vreemde goden.
,
 hetzelve; Versta, het land, of de vreemde Kanaänietische inwoners van hetzelve.
,
 hetzelve gemaakt heb Te weten, volk; en zo in het volgende doorgaans, hoewel het getal van enen en velen onder elkander vermengd is.
Copyright information for DutSVVA