Exodus 32:30-31

30En het geschiedde des anderen daags, dat Mozes tot het volk zeide: Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal tot den Heere opklimmen; misschien zal ik een verzoening doen voor uw zonde.
 des anderen daags, Te weten, nadat er 3000 omgebracht waren.
31Zo keerde Mozes weder tot den Heere, en zeide: Och, dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich gouden goden gemaakt hebben.
 Zo keerde Mozes weder tot den HEERE, Mozes bleef wederom veertig dagen op den berg, zonder eten, God den Heere voor het volk biddende, Deu 9:18.
,
 gouden goden gemaakt hebben Anders, een god van goud; dat is, het kalf.
Copyright information for DutSVVA