Ezekiel 15:6-7

6Daarom, alzo zegt de Heere Heere: Gelijk als het hout des wijnstoks is onder het hout des wouds, hetwelk Ik aan het vuur overgeef, opdat het verteerd worde, alzo zal Ik de inwoners van Jeruzalem overgeven.
 het hout des wijnstoks is Hierbij zijn de Joden en die van Jeruzalem vergeleken; die God zich tot een eigen volk afgezonderd had, opdat zij goede vruchten zouden dragen. Zie Isa 5:1-2 , enz.; Joh 15:1-2 , enz.
,
 het hout des wouds, Versta, de heidenen en volken, die ongelovig zijn en dienvolgens onvruchtbaar tot alle goede werken. Met dezen worden nu de Joden gevoegd in een gelijk oordeel, omdat zij het voordeel, hetwelk zij door Gods genade over hen hadden, door hun moedwillige ondankbaarheid teniet maakten.
7Want Ik zal Mijn aangezicht tegen hen zetten; als zij van het ene vuur uitgaan, zal het andere vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de Heere ben, als Ik Mijn aangezicht tegen hen gesteld zal hebben.
 ene vuur uitgaan, Te weten der ellenden en plagen. Zie Job 15:34 . De zin is dat zij de ene plaag niet zo haast zouden ontgaan zijn, of zij zouden in de andere vallen, als van den honger in de pest, of in het zwaard, of van het zwaard in de gevangenis. Vergelijk Isa 24:18 ; Jer 48:43 .
Copyright information for DutSVVA