Ezekiel 21:3

3En zeg tot het land van Israël: Alzo zegt de Heere: Ziet, Ik wil aan u, en Ik zal Mijn zwaard uit zijn schede trekken; en Ik zal van u uitroeien den rechtvaardige en den goddeloze.
 Ik wil aan u, Alsof de Heere zeide: De Babyloniërs hebben het niet alleen tegen u, maar Ik zelf ben uwe wederpartij, bereid om u te verderven; zie boven Eze 13:8 .
,
 zwaard uit zijn schede trekken; Menselijkerwijze van God gesproken, gelijk ook Lev 26:33 . Zwaard voor de straf van den oorlog, Lev 26:6 . Somtijds schijnt het nog andere straffen te begrijpen, gelijk Job 19:29 ; gelijk de oorlog ene zee van alle plagen is; zie ook Psa 22:21 .
,
 rechtvaardige en den goddeloze Versta, den rechtvaardige in schijn, en niet in waarheid, gelijk boven Eze 3:20 , zie de aantekening. Of den rechtvaardige in vergelijking met den goddeloze, die onrechtvaardiger is. Die minder goddeloos is, wordt gerechtvaardigd van dengene, die goddelozer is; dat is, rechtvaardiger geacht ten aanzien van hem; zie boven Eze 16:51-52 . Zo men het woord rechtvaardig verstaan wil van den waren vrome, zo wordt hij met den goddeloze gestraft, omdat hij bij denzelven blijft, hoewel de vrome niet vergaat gelijk de goddeloze; vergelijk Rev 18:4 .
Copyright information for DutSVVA