Ezekiel 23:22-24

22Daarom, o Oholiba! alzo zegt de Heere Heere: Zie, Ik zal uw boelen, van welke uw ziel is afgetrokken, tegen u verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen u aanbrengen.
 boelen, Zie boven Eze 16:37 .
,
 afgetrokken, Versta, van de Chaldeën, gelijk boven vs.17.
23De kinderen van Babel en alle Chaldeen, Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen van Assur met hen; gewenste jongelingen, die allen vorsten en overheden zijn, hoofdmannen en vermaarde lieden, die allen te paard rijden.
 Pekod, Dit zijn namen van landen of omstreken, behorende onder Babel, en welker inwoners in het krijgsheir van de Babyloniërs mede gebruikt zijn tegen Juda en Jeruzalem; vergelijk wijders Jer 50:21 , met de aantekening. Sommigen houden het voor namen van vorsten of krijgsoversten.
24Die zullen tegen u komen met karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich rondom tegen u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten naar hun rechten.
 karren, Of, strijdwagens, slagwagens, en dan het volgende woord rijwagens. In het Hebreeuws staan deze woorden allen in het enkelvoudig getal, kar, wagen, wiel, rondas, schild, helm, naar het gebruik van deze spraak.
,
 tegen u zetten; Dat is, u belegeren.
,
 gericht stellen, Dat is, Ik zal hun het recht voorleggen, dat zij over u gebruiken zullen; Ik zal hen gebruiken als uitvoerders van mijne gerichten over u, Ik zal hen alzo regeren, dat zij u uw verdiend loon zullen geven.
,
 rechten Of, wijze, gewoonte, manieren van doen; zoals wij afvalligen en meinedigen, idem overspeleressen, plegen te straffen; zie daarvan het volgende.
Copyright information for DutSVVA