Ezekiel 26:2

2Mensenkind! daarom dat Tyrus van Jeruzalem gezegd heeft: Heah! zij is verbroken, de poort der volken; zij is tot mij omgewend; ik zal vervuld worden, zij is verwoest!
 Tyrus van Jeruzalem gezegd heeft Dat is, inwoners der stad Tyrus. Hebreeuws, Tsor. Zie Jos 19:29 ; 1Ki 5:1 , en wijders Psa 83:8 , en Psa 87:4 ; Isa 23:1 , enz.; Jer 47:4 ; Joe 3:4 , enz.; Amo 1:9-10 ; Zec 9:2-3 ; Mat 11:21-22 .
,
 Heah Gelijk boven Eze 25:3 .
,
 poort der volken; Hebreeuws, deuren; dat is, waar de volken van alle kanten introkken, om hun koophandel te drijven. Vergelijk Isa 23:3 , en onder Eze 27:3 .
,
 zij is tot mij omgewend; Dat is, hun handel zal nu tot mij komen.
,
 vervuld worden, Met koopmanschap en rijkdom.
,
 zij is verwoest Alsof zij zeiden: Het is met hen gedaan; of, [nu, dewijl] zij verwoest is.
Copyright information for DutSVVA