Ezekiel 8:16
16En Hij bracht mij tot het binnenste voorhof van het huis des Heeren; en ziet, aan de deur van den tempel des Heeren, tussen het voorhuis en tussen het altaar, waren omtrent vijf en twintig mannen; hun achterste leden waren naar den tempel des Heeren, en hun aangezichten naar het oosten, en deze bogen zich neder naar het oosten voor de zon. ▼▼ binnenste voorhof van het huis des HEEREN; Zie boven vs.3.
,
▼
,
▼▼ het altaar, Te weten het brandofferaltaar. Anderen verstaan het reukaltaar, dat in het heilige was.
,
▼
,
▼▼ den tempel des HEEREN, Dat is, naar het heilige en heilige der heiligen, waarin de ark was, een teken van Gods genadige tegenwoordigheid onder die volken.
,
▼▼ naar het oosten, Dat is, met hun rug naar het westen, even gelijk de heidenen; maar de Joden moesten zich wenden met het aangezicht naar het westen, waar de ark Gods was in het heilige der heiligen.
,
▼▼ bogen zich neder naar het oosten voor de zon Dat is, riepen de zon aan, en bewezen haar godsdienstige eer tegen het uitgedrukte bevel Gods; Deu 17:2-3 , enz.
Copyright information for
DutSVVA