Genesis 10:18

18En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaänieten verspreid.
 Arvadi, Zie Eze 27:8, Eze 27:11.
,
 Zemari, Zie Jos 18:22, en 2Ch 13:4.
,
 Hamathi Zie Amo 6:2, Amo 6:14; Zec 9:2; van enigen dezer tezamen, zie men Gen 15:19-21.
,
 Kanaänieten Versta door dezen de Kanaänieten in het algemeen, vooral de nakomelingen of volken van Kanaän.
Copyright information for DutSVVA