Genesis 20:9

9En Abimelech riep Abraham, en zeide tot hem: Wat hebt gij ons gedaan? en wat heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en over mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij hebt daden met mij gedaan, die niet zouden gedaan worden.
 een grote zonde Dat is, gij zoudt, door uw onbedachtzaamheid, de grote zonde des overspels en de straf daarvan over ons allen gebracht hebben. Het is opmerkelijk in dezen heidensen koning, dat hij het overspel, zelfs in den tijd [vóór de wet] gehouden heeft voor zulk een gruwelijke zonde, dat ook zijn ganse koninkrijk zijnenthalve daarom zou hebben moeten lijden. Zie onder Gen 38:24; Lev 20:10; Deu 22:22; 2Sa 12:5; 2Sa 12:10-11; Jer 29:22-23; Eze 16:38, Eze 16:40, en Eze 23:45, Eze 23:47; Joh 8:5.
,
 die niet Dat is, die ongeoorloofd en onbetamelijk zijn. Zie dezelfde manier van spreken onder Gen 34:7; Lev 4:2, Lev 4:13.
Copyright information for DutSVVA