Genesis 22:17

17Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is; en uw zaad zal de poort zijner vijanden erfelijk bezitten.
 Voorzeker Hebr. zegenende zegenen, en vermenigvuldigende zal Ik vermenigvuldigen.
,
 aan den Hebr. aan de lip der zee; alzo onder, Gen 41:4; Jos 11:4, 1Sa 13:5.
,
 de poort Dat is, gebied, geweld, steden en landen, want bij de ouden is in de poort het gericht geweest, Deu 21:19; en Deu 22:15; Amo 5:12, Amo 5:15; Zec 8:16, idem, der steden sterkte. Zie Jdg 5:8; Psa 147:13; Isa 22:7; Eze 21:22. Hierom zijn ook poorten de steden zelf, Deu 22:15 en Deu 18:6, ja de steden van een geheel land, Jer 14:2. Dit is ten aanzien van het lichamelijke vervuld in Jozua, David, enz., maar voornamelijk en geestelijk in den Messias, Psa 2:8-9 en Psa 110:1-3; Col 2:15, die zijn kerk en dienstknechten ziujn overwinning deelachtig maakt; 1Co 15:57; 2Co 2:14 en 2Co 10:5-6.
Copyright information for DutSVVA