Genesis 27:1

1En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon; toen riep hij Ezau, zijn grootsten zoon, en zeide tot hem: Mijn zoon! En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!
 oud Eenigen berekenen dat hij honderd zeven en dertig jaren oud geweest is.
,
 zijn ogen Niet zonder de wonderbare voorzienigheid Gods, die door deze blindheid niet alleen zijn knecht Izak geoefend, maar ook het recht der eerstgeboorte aan Jakob gebracht heeft.
,
 grootsten Dat is, de eerstgeborene.
,
 Zie, Zie boven, Gen 22:1.
Copyright information for DutSVVA