Genesis 33:18-19

18En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaän, als hij kwam van Paddan-aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad.
 behouden Hebr. Schalem, wat anderen houden voor den naam van een stad bij de Jordaan, waar omtrent Johannes de Doper, daarna gedoopt heeft; onderscheiden van een ander Salem, daarna genoemd Jeruzalem; zie boven, Gen 14:18; Psa 76:3.
,
 Sichem, Zie boven, Gen 12:6.
,
 in het gezicht Of, voor aan de stad.
19En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.
 Hemor, den Hebr. Chamor, Act 7:16 wordt hij Emmor genoemd.
,
 stukken gelds Genaamd Lammeren, omdat de figuur van een lam daarop getekend was. Zie Jos 24:32; Job 42:11, en verg. Act 7:16. Anderen verstaan natuurlijke schapen, die hij voor dat land gegeven heeft, gelijk het ook gebruikelijk geweest is te kopen en te verkopen met verwisseling van waren.
Copyright information for DutSVVA