Genesis 36:15-16
15Dit zijn de vorsten der zonen van Ezau: de zonen van Elifaz, den eerstgeborene van Ezau, waren: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz. ▼▼ de vorsten Deze vorsten hebben niet de een na des anderen dood geregeerd, maar tegelijk op één tijd, een iegelijk over de zijnen. Doch zij zijn geen machtige vorsten geweest; zij waren hoofden, of de voornaamsten der geslachten, gelijk gouverneurs of leidsmannen.
,
▼▼ Zepho, Hebr. Tsepho.
16De vorst Korah, de vorst Gaetam, de vorst Amalek; dat zijn de vorsten van Elifaz in het land Edom; dat zijn de zonen van Ada. ▼▼ Korach, Deze is te onderscheiden van den anderen Korach, een zoon van Aholibama, vs.5, 14, 18. Hij kan een neef van Elifaz geweest zijn.
Copyright information for
DutSVVA