Genesis 43:29

29En hij hief zijn ogen op, en zag Benjamin, zijn broeder, den zoon zijner moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon? God zij u genadig!
 Mijn zoon Zo noemt hij hem uit vriendschap en grote toegenegenheid, naar de wijze dergenen, die bedaagder en aanzienlijker zijnde, een jongere en mindere in het vriendelijke plegen toe te spreken.
Copyright information for DutSVVA