Hosea 14:8

8[014:9] Efraïm! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden.
 Efraïm Dit kan men nemen als woorden van God, die zich zonderling laat gevallen [gelijk iemand die verblijd is], dat Efraïm alle afgoderij verworpen heeft en hem daarmede niet meer lastig valt of omsingelt, gelijk tevoren. Zie Hos 12:1 , enz. Of men kan het nemen voor woorden van den bekeerden Efraïm, aldus: Efraïm [zal zeggen] enz.
,
 wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Hebr. wat [is] mij en den afgoden. Zie 2Sa 16:10 , en van het woord afgoden, in Hos 8:4 .
,
 verhoord, Dit schijnt te zien op het gebed in vs.3,4. Anders: Ik zal [hem] verhoren, of Ik verhoor en aanschouw, of aanzie hem.
,
 zien; Mijn ogen zullen steeds op hem zijn, ten goede, Ik zal mijn aangezicht voor hem niet verbergen. Zie Jer 24:6 , gelijk Ik tevoren op hem loerde ten kwade, Hos 13:7 . Anders: Ik heb hem aangezien; te weten genadiglijk, of op hem gelet.
,
 denneboom; Die zijne groenigheid, of zijn loof, [gelijk de kruidbeschrijvers betuigen] den gansen winter door houdt, en met een lieflijke grote schaduw verkwikt; alzo [wil God zeggen] zal Ik hen verkwikken tegen de hitte aller tegenspoeden en vervolgingen.
,
 vrucht is uit Mij gevonden Waarvan in Hos 13:15 . Dat is, door mijn genadige en krachtige werking zult gij zeer vruchtbaar zijn ten goede, uwe vrucht zal er gewis zijn. Zie Joh 15:1 , enz.; Psa 1:3 , enz.; en verg. in vs.6-8, en aangaande het woord gevonden, of niet gevonden worden, verg. Mic 1:13 ; Zep 3:13 ; Mal 2:6 ; 1Pe 2:22 ; idem Num 11:22 ; Psa 46:2 .
Copyright information for DutSVVA