Isaiah 24

1Ziet, de Heere maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners.
 het land Te weten het Joodse land en dergenen, die het met de Joden houden. Dit zou geschieden eerst door de Assyriërs, daarna door de Chaldeën.
,
 ledig, Of, Hij put uit.
,
 zijne gestaltenis om, Hebreeuws, zijn aangezicht; dat is, gedaante, gelaat, gestaltenis; dat is, Hij zal het land, met al wat er in is, ten onderste boven werpen, zodat het hetzelfde land niet gelijken zal.
2En gelijk het volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo zijn heer; gelijk de dienstmaagd, alzo haar vrouw; gelijk de koper, alzo de verkoper; gelijk de lener, alzo de ontlener; gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt.
 gelijk het volk, De zin is dat de ellenden, waar hij van spreekt, alle staten van mensen zullen overkomen, de een zowel als den ander. Zie Hos 4:9 .
,
 priester Of, overste of regent. Het Hebreeuwse woord Cohen betekent het ene zowel als het andere; zie Gen 41:45 .
3Dat land zal ganselijk ledig gemaakt worden, en het zal ganselijk beroofd worden; want de Heere heeft dit woord gesproken.
 Dat land Te weten dat land waarvan vs.1 gesproken wordt.
,
 ganselijk Hebreeuws, ledig gemaakt wordende, ledig gemaakt worden.
,
 ganselijk beroofd Hebreeuws, beroofd wordende, beroofd worden; dat is, het zal gans geheel beroofd en uitgeplunderd worden.
4Het land treurt, het verwelkt; het aardrijk kweelt, het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen.
 het aardrijk Te weten dat deel des lands, waar Judea in ligt.
,
 kweelt, het verwelkt Te weten van hartzeer en droefenis.
,
 kwelen Of, zij worden zwak, mat, flauw.
5Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond.
 vanwege Anders: onder zijne inwoners. De zin is: Het volk dezes lands, te weten van het Joodse land, is zo boos en verdorven, dat het dat land, hetwelk het betreedt, bevlekt en ontheiligt.
,
 de inzettingen, Te weten Gods.
,
 het eeuwig verbond Te weten dat verbond, hetwelk God met Abraham en zijn zaad heeft opgericht, en door de besnijdenis heeft bevestigd; Gen 17 , en hetwelk God daarna vernieuwd heeft; Exo 24 .
6Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven.
 de vloek Die vloek, dien de Israëlieten zich hebben onderworpen, als zij met God in het verbond getreden zijn, zich verbindende zijne wetten en geboden te onderhouden; Exo 19:24 , en Deu 29 . Anders, de eed des vloeks. Van deze manier van spreken, zie Gen 24:41 .
,
 verbrand worden, Dat is, zij zullen omkomen, hetzij door het vuur, of anderszins; of door den brand en de hitte van den toorn Gods.
,
 weinig Het grootste deel der mensen is gedood, of het land uitgevoerd geworden in slavernij; zie Isa 1:9 , en Isa 17:6 .
7De most treurt, de wijnstok kweelt, allen die blijhartig waren, zuchten.
 treurt, Te weten omdat hij onnuttelijk van de vijanden zal gedronken en verplengd worden.
,
 kweelt, Dat is, hij verdwijnt of verwelkt, te weten omdat hij van de vijanden zal vertreden en vernield worden.
,
 zuchten Al de woorden van vs.7 en enige der navolgende verzen strekken daartoe, om aan te wijzen dat alles zeer jammerlijk in het land zou toegaan.
8De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust.
  De vreugde der trommelen . . . de vreugde der harp Dat is, de vreugde, die men placht de scheppen en het geluid der trommelen en harpen.
,
 rust; Dat is, houdt op. Het Hebreeuwse woord betekent zoveel als sabbat houden.
,
 het geluid Of, het gerommel, het geruisch.
9Zij zullen geen wijn drinken met gezang; de sterke drank zal bitter zijn dengenen, die hem drinken.
 met gezang; Of, in het gezang; dat is, als zij lustig en vrolijk zijn met zingen en klinken in het hun dronken gelagen.
10De woeste stad is verbroken, al de huizen staan gesloten, dat er niemand inkomen kan.
 De woeste stad Die woest gemaakt zal worden door het geweld hunner vijanden, die haar innemen zullen. En versta hier de stad Jeruzalem, mitsgaders andere steden daar omheen liggende; zie onder Isa 30:14 .
,
 dat er niemand Hebreeuws, van inkomen; vergelijk boven Isa 23:1 .
11Er is een klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren.
 om des wijns wil; Omdat de wijn bedorven is, of omdat er niets meer te bekomen is.
,
 is verduisterd, Of, heeft [haren] avond; dat is, zij neemt af, zij heeft haar einde, gelijk het klaarschijnende zonlicht des avonds en des nachts verduistert en vertrekt.
12Verwoesting is in de stad overgebleven, en met gekraak wordt de poort in stukken verbroken. 13Want in het binnenste van het land, in het midden dezer volken, zal het alzo wezen, gelijk de afschudding des olijfbooms, gelijk de nalezingen, wanneer de wijnoogst geëindigd is.
 dezer volken, Versta hier, de stammen van het Joodse volk, alsook de Syriërs, Egyptenaars, Moabieten en andere natiën, tegen welke de profeet hierboven geprofeteerd heeft.
,
 zal het alzo wezen, Of, zal het alzo toegaan, dit zal de gelegenheid zijn van het land.
,
 gelijk de afschudding De zin is: Gelijk wanneer een olijfboom afgeplukt en de wijnoogst gedaan is, evenwel nog enige olijven aan de bomen, of druiven aan de wijnstokken overig blijven; alzo, ofschoon het land zal verwoest en mijn volk zal doodgeslagen en verstrooid worden; zo zullen er nochtans enigen overblijven, wien God de Heere genade zal bewijzen.
14Die zullen hun stem opheffen, zij zullen vrolijk zingen; vanwege de heerlijkheid des Heeren zullen zij juichen van de zee af.
 Die zullen Te weten die weinigen, die overgebleven zullen zijn en van God genade zullen verkregen hebben.
,
 de heerlijkheid Of, majesteit, of hoogheid.
,
 van de zee af Dat is, zijnde in verre en vreemde landen, of waar zij anders wezen mogen.
15Daarom eert den Heere in de valleien, in de eilanden der zee den Naam des Heeren, des Gods van Israël.
 in de valleien, Dat is, aan alle plaatsen, waar gelovige en godvruchtige personen zijn. Anders: in de vuren, dat is, die gij nog in groot lijden zijt.
16Van het uiterste einde der aarde horen wij psalmen, tot verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch nu zeg ik: Ik word mager, ik word mager, wee mij! de trouwelozen handelen trouwelooslijk, en met trouweloosheid handelen de trouwelozen trouwelooslijk.
 het uiterste Hebreeuws, van den vleugel der aarde.
,
 Rechtvaardigen Te weten Gods; zie de voorgaande verzen. Anders: dat den gerechtige ene heerlijkheid [gegeven zij], te weten al dengenen, die God uit genade rechtvaardig maakt, en versta dan door de heerlijkheid de heerlijkheid der kinderen Gods; Rom 8:30 .
,
 Doch Hier begint de profeet wederom te spreken van de verstoring van het Joodse land, alsof hij zeide: Maar als ik aanzie de ongeregeldheid der mensen, en wel wetende dat God dezelve niet altijd zal ongestraft laten, zo spreek ik al klagende, gelijk volgt.
,
 Ik word mager, Dat is, ik neem mij dit zo ter harte, dat ik verdwijn van treurigheid, aanziende de trouweloosheid van den grootsten hoop mijner landslieden, waarmede zij den toorn Gods over zich verwekken. Anders: ik teer uit, ik teer uit.
17De vrees, en de kuil, en de strik over u, o inwoners des lands!
 De vrees, Zie Psa 11:6 . In vs.17 staan drie Hebreeuwse woorden op ene wijze luidende; te weten, pachad, pachat, pach, welker eigenaardigheid wij in onze spraak niet kunnen uitdrukken.
,
 de strik Anders, het net.
18En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.
 zo wie Vergelijk Job 20:24 , enz.
,
 voor de stem Dat is, voor de stem der vijanden, die schrik en vrees zullen aanjagen. De mening is: ofschoon iemand het ene ongeluk ontvlieden zal, zo zal hij toch in een ander vervallen.
,
 den kuil opklimt, Hebreeuws, uit het midden des kuils.
,
 de sluizen Of, spuien, of sluizen. De profeet wil zeggen dat God zijn toorn over hen uitstorten en openbaren zou, boven uit den hemel en beneden op de aarde, gelijk ten tijde van den zondvloed geschied is. Anders, vensters. Zie de aantekening Gen 7:11 .
19De aarde zal ganselijk verbroken worden, de aarde zal ganselijk vaneen gescheurd worden, de aarde zal ganselijk bewogen worden.
 De aarde zal ganselijk verbroken worden, Hebreeuws, brekende gebroken worden. De zin is: Het zal al bersten en breken, het onderste zal op den aardbodem boven gaan. Doch versta hier eigenlijk die landen, waarin de Joden en hunne bondgenoten in die tijden woonden.
20De aarde zal ganselijk waggelen, gelijk een dronkaard, en zij zal heen en weder bewogen worden, gelijk een nachthut; en haar overtreding zal zwaar op haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan.
 De aarde zal ganselijk waggelen, Versta hier doorgaans door de aarde, of het aardrijk, de inwoners van het land.
,
 een nachthut; Die lichtelijk van den wind heen en weder geschud, of ook van de ene plaats op de andere kan gevoerd of gedragen worden. Zie Jer 9:2 ; alzo van de herders, Isa 1:8 ; van krijgslieden, boven Isa 10:29 .
,
 haar overtreding Dat is de straf hunner overtreding.
,
 niet weder opstaan Hebreeuws, niet toedoen op te staan; te weten in zulken voortreffelijken welstand en heerlijkheid als zij tevoren geweest is.
21En het zal geschieden te dien dage, dat de Heere bezoeking doen zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over de koningen des aardbodems op den aardbodem.
 te dien dage, Dat is, in den tijd van God den Heere daartoe bestemd.
,
 bezoeking doen zal Te weten in zijnen toorn, dat is, straffen zal.
,
 des hogen Of, der hoogheid. Hij wil zeggen, der hoogverheven koningen dezer wereld.
22En zij zullen samenvergaderd worden, gelijk de gevangenen in een put, en zij zullen besloten worden in een gevangenis, maar na vele dagen weder bezocht worden.
 zullen samenvergaderd worden, Hebreeuws, zij zullen vergaderd worden [met] de vergadering als een gevangene; dat is, gelijk men de gevangenen in een put vergadert of bij elkander sluit.
,
 na vele dagen Hebreeuws, na de veelheid der dagen.
,
 weder bezocht worden Te weten met genade, ten tijde van de toekomst van Christus.
23En de maan zal schaamrood worden, en de zon zal beschaamd worden, als de Heere der heirscharen regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor zijn oudsten zal heerlijkheid zijn.
 de maan Dat is, de glans en schone schijn der zon en der maan zullen niet met al zijn ten aanzien der heerlijkheid van ons Hoofd Jezus Christus in zijne kerk, en als Hij komen zal in de heerlijkheid van zijn Vader.
,
 op den berg Sion Dat is hier te zeggen, in de Christelijke kerk.
,
 voor zijn oudsten Dien Hij tot voorstanders zijner kerk is stellende/
,
 zal heerlijkheid zijn Anders: zeer heerlijk, of daar zal heerlijkheid zijn in de tegenwoordigheid zijner oudsten.
Copyright information for DutSVVA