Isaiah 40:10

10Ziet, de Heere Heere zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
 de Heere HEERE Te weten Christus. Dit zijn nu de woorden van den profeet.
,
 tegen den sterke, Te weten den duivel van de hel, Mat 12:29 ; Joh 12:31 ; Col 2:15 ; Heb 2:14 ; 1Jo 3:8 . Anders: met een sterke [hand].
,
 zal heersen; Anders, zal over hem [te weten den Satan] heersen; dat is, Christus zal den duivel overwinnen. [Alzo wordt heersen voor overwinnen genomen, onder Isa 41:2 ] . Hij zal hem zijne wapenen uittrekken en zijne macht benemen. Vergelijk Luk 11:21 ; Joh 12:31 ; Col 2:15 ; Heb 2:14 .
,
 Zijn loon Dat is, de straf, die Hij dien sterke en deszelfs aanhangers geven zal, te weten den Satan en den goddelozen mensen, dien zal Hij de eeuwige verdoemenis geven en de genadige beloning aan zijne uitverkorenen. Vergelijk Rom 2:6 ; Rev 22:12 .
,
 bij Hem, Te weten bij den Heere; gelijk Isa 62:11 .
,
 Zijn arbeidsloon Hebreeuws, zijn werk; dat is, werkloon, of vergelding, die Hij den mensen naar hun werk geven zal; vergelijk Jer 22:13 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA