Isaiah 62:8

8De Heere heeft gezworen bij Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven tot spijs voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken van uw most, waaraan gij gearbeid hebt!
 De HEERE Dit zijn nu wederom de woorden van den profeet.
,
 bij zijn rechterhand, Dat is, bij zijn eigen kracht, dat is bij zichzelven, geen groteren hebbende om bij te zweren; Heb 6:13 .
,
 bij den arm Dat is, bij zijn sterken arm.
,
 indien Ik De zin is: Zekerlijk, Ik zal u den moedwil uwer vijanden en vervolgers niet overgeven. Zie van deze manier van eedzweren, de aantekening Num 14:23 .
,
 uw koren O Jeruzalem.
,
 tot spijs God dreigt dikwijls dat de vreemden en de vijanden van zijn volk, vanwege deszelfs zonden, de vruchten van hun land zouden eten, gelijk Deu 28:30 , Deu 28:33 , Deu 28:51 ; hetwelk ook meermalen inderdaad alzo geschied is, Jdg 6:3-4 ; Ecc 6:1-2 . Dit moet men verstaan mede begrepen te zijn onder de vloeken der wet, die door Christus zijn weggenomen; Gal 3:13 . Zie ook Psa 128:2 , en 1Co 15:58 .
,
 de vreemden Hebreeuws, de kinderen des vreemden.
Copyright information for DutSVVA