Judges 12:5-14

5want de Gileadieten namen den Efraïmieten de veren van de Jordaan af; en het geschiedde, als de vluchtelingen van Efraïm zeiden: Laat mij overgaan; zo zeiden de mannen van Gilead tot hem: Zijt gij een Efraïmiet? wanneer hij zeide: Neen;
 veren van de Jordaan af; Gelijk Efraïm door Gideons aanzeggen gedaan had aan de Midianieten boven, Jdg 7:24, opdat zij niet mochten ontkomen.
,
 hem Te weten, tot een iegelijk van Efraïm, die de Jordaan begeerde te passeren.
,
 Efraïmiet? Dat is, Efraïmiet. Alzo 1Sa 1:1.
6Zo zeiden zij tot hem: Zeg nu Schibboleth; maar hij zeide: Sibbolet, en kon het alzo niet recht spreken; zo grepen zij hem, en versloegen hem aan de veren van de Jordaan, dat te dier tijd van Efraïm vielen twee en veertig duizend.
 Zeg nu Om verzekerd te wezen dat hij niet was uit enigen stam in Gilead wonende, als Rubeniet, Gadiet of Manassiet, die ook aan de veren mochten komen om over te gaan.
,
 Schibbóleth; Dat is, een stroom, vloed, of vaart. Somtijds ook een korenaar. Dit woord verkozen zij, omdat het bij de veren der Jordaan wel tepaskwam, en de Efraïmieten zonder achterdenken hun spraak zouden melden, gelijk het gemeenlijk gebeurt dat een volk of natie, enerlei spraak hebbende, nochtans verscheidene woorden en letters in het ene gedeelte des lands anders uitspreekt dan in een ander geschiedt. Vergelijk Mat 26:73.
,
 versloegen hem Hebreeuws eigenlijk, staken hem de keel af, keelden hem.
7Jeftha nu richtte Israël zes jaren; en Jeftha, de Gileadiet, stierf, en werd begraven in de steden van Gilead.
 steden van Gilead Dat is, in een der steden van het land Gilead. Zie gelijke manier van spreken Gen 19:29; 2Ch 35:24; onder, Jdg 18:14; Neh 6:2; Jon 1:5; Mat 27:44. Sommigen menen dat de voornaamste stad in Gilead aldus mag genoemd zijn, omdat zij in verscheidene gedeelten, elk hebbende een bijzonderen naam, afgedeeld kan geweest zijn, gelijk Jeruzalem, Ramathaïm; 1Sa 1:1; en hedendaags veel dergelijke grote steden gevonden worden.
8En na hem richtte Israël Ebzan, van Bethlehem.
 Bethlehem Zie Gen 35:19. Er zijn twee steden van dien naam geweest: een in Juda, waar onze Zaligmaker Jezus Christus geboren is; de andere op de noordelijke grenzen van Zebulon, zie Jos 19:15, welke hier schijnt verstaan te worden, omdat de andere gemeenlijk genoemd wordt Bethlehem Juda.
9En hij had dertig zonen; en hij zond dertig dochteren naar buiten, en bracht dertig dochteren van buiten in voor zijn zonen; en hij richtte Israël zeven jaren.
 zond dertig dochteren naar buiten, Dat is, hij gaf dertig dochters uit ten huwelijk, en nam er dertig weder van buiten, tot vrouwen voor zijn zonen.
10Toen stierf Ebzan, en werd begraven te Bethlehem. 11En na hem richtte Israël Elon, de Zebuloniet, en hij richtte Israël tien jaren. 12En Elon, de Zebuloniet, stierf, en werd begraven te Ajalon, in het land van Zebulon.
 Ajálon, Te onderscheiden van een ander Ajalon in het land van Dan; boven, Jdg 1:35. Het schijnt dat er meer steden van dezen naam in andere stammen geweest zijn. Zie 1Ch 6:69, en 1Ch 8:13; 2Ch 11:10, en 2Ch 28:18.
13En na hem richtte Israël Abdon, een zoon van Hillel, de Pirhathoniet.
 Pirhathoniet Van hier was ook Benaja, een van Davids helden; 2Sa 23:30. De stad Pirhaton was gelegen westwaarts van Samaria en Sichem, op een hogen berg, genaamd de berg van den Amalekiet, of van de Amalekieten.
14En hij had veertig zonen, en dertig zoons zonen, rijdende op zeventig ezelveulens; en hij richtte Israël acht jaren.
 rijdende op zeventig ezelveulens; Zie boven, Jdg 5:10, en Jdg 10:4.
Copyright information for DutSVVA