Judges 5:14

14Uit Efraïm was hun wortel tegen Amalek. Achter u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn de wetgevers afgetogen, en uit Zebulon, trekkende door den staf des schrijvers.
 Efraïm Hier verhaalt Debora hoe de stammen zich in deze hebben gekweten; toeschrijvende lof en schande naar ieders verdienste.
,
 wortel tegen Amalek Dit verstaan sommigen van Debora, wonende op het gebergte Efraïms, boven, Jdg 4:5; die door Gods genade als de wortel en oorsprong was van dit ganse werk tegen de Kanaänieten, die ten aanzien hunner vijandschap en uitroeiing met Amalek mogen worden vergeleken. Anderen duiden het op Jozua, die ook uit Efraïm was en Amalek overwon, Exo 17:13. Anders, welker wortel is bij Amalek; dat is, Juda en Simeon, welker begin zich van Efraïms gebergte uitstrekte tot aan Amalek, gelijk te zien is uit vergelijking van boven, Jdg 1:16, met 1Sa 15:6.
,
 Achter u was Benjamin Dat is, de stam van Benjamin volgde U, o Heere, mede na, onder uw ander volk. Sommigen duiden het op Efraïm, dien Benjamin gevolgd heeft.
,
 Machir Dat is, de stam van Manasse, wiens eerstgeboren zoon Machir was, Jos 17:1.
,
 wetgevers afgetogen, Dat is, oudsten en richters des volks.
,
 trekkende Te weten, het volk tot haar. Zie boven, Jdg 4:6. Anders, die met den straf, of de pen des schrijvers trokken; dat is, met de schrijfpen omgingen, of door middel van brieven of missieven het volk bijeentrokken of deden vergaderen. Vergelijk boven, Jdg 4:6.
Copyright information for DutSVVA