Jeremiah 31:40

40En het ganse dal der dode lichamen en der as, en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan den hoek van de Paardenpoort tegen het oosten, zal den Heere een heiligheid zijn; er zal niets weder uitgerukt, noch afgebroken worden in eeuwigheid.
 dode lichamen Hierdoor kan men verstaan het dal Hinnoms, waar de kinderen tot as verbrand werden [zie boven Jer 7:31 ] ; of ene plaats voor de dode lichamen der misdadigers; idem, de velden buiten de Mistpoort. De zin is dat de kerk Gods zal zijn ter plaatse, waar tevoren allerlei heidense gruwelen en onreinigheden gepleegd zijn.
,
 Kidron, Zie 2Sa 15:23 .
,
 Paardenpoort Zie Neh 3:28 .
,
 heiligheid zijn; Dat is, zeer heilig.
,
 niets weder uitgerukt, Hieruit blijkt dat deze profetie niet gaat op het herbouwde aardse Jeruzalem [dat van de Romeinen is verwoest] maar op het geestelijke, te weten Gods kerk. Vergelijk Eze 48:35 .
Copyright information for DutSVVA