Jeremiah 50:2

2Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Merodach is verpletterd, haar afgoden zijn beschaamd, haar drekgoden zijn verpletterd!
 werpt een banier op, Om elkeen tot opmerking te verwekken, en inzonderheid Gods volk, als door een teken of sein bijeen te roepen, en hun deze vreemde en anderszins ongelofelijke profetie van Babels gewissen val en ondergang, mitsgaders de verlossing van Gods volk, tot zijne eer en aller gelovigen troost, bekend te maken. De manier van spreken is genomen van krijgszaken.
,
 is ingenomen, Dat is, zal zo zekerlijk worden ingenomen, alsof het alrede geschied ware. Alzo in het volgende.
,
 Bel is beschaamd, De voornaamste afgod der Babyloniërs; zie Isa 46:1 , en onder Jer 51:44 .
,
  Meródach is verpletterd, Dit schijnt ook een naam van een afgod geweest te zijn, hoewel er ook koningen van Babel vermeld worden, die dien naam gevoerd hebben [zie Isa 39:1 ] , vermoedelijk ter ere van dezen afgod, gelijk de kinderen Israëls den naam Gods, Ia en El, veel in hunne namen gebruikt hebben, alzo deden de Babyloniërs ook met den naam dezer afgoden, Bel en Nebo of Nebu, enz.
,
 haar Van de stad Babel.
,
 afgoden zijn beschaamd, Zie van het Hebreeuwse woord 1Sa 31:9 , en 2Sa 5:21 .
,
 drekgoden zijn verpletterd Zie Lev 26:30 .
Copyright information for DutSVVA