Jeremiah 50:7
7Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den Heere, in de woning der gerechtigheid, ja, tegen den Heere, de Verwachting hunner vaderen. ▼ , ▼ , ▼▼ ja, Of, daar, hoewel, de HEERE de verwachting hunner vaderen geweest is; dat is, diegene, op welke hunne voorvaders gehoopt hebben [zie boven Jer 14:8 ] , welker voetstappen zij nu niet gevolgd hebben, daarom met recht van hen gestraft en van ons ook geplaagd zijn, willen zij zeggen, spottenderwijze.
Copyright information for
DutSVVA