Job 12:20

20Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg.
 den getrouwen Of, welsprekenden. Versta, degenen, die benevens dat zij kloek van verstand zijn om goeden en getrouwen raad te kunnen geven, ook gestadig zijn om daarbij te volharden, en welsprekend, om denzelven anderen vastelijk aan te raden; onder dezen zijn de getrouwe gezanten, van wie gesproken wordt Pro 25:13 .
,
 spraak, Hebreeuws, lip. Zie Gen 11:1 , en boven, Job 2:10 .
,
 oordeel Hebreeuws, smaak; maar bij gelijkenis wordt het woord ook gebruikt voor des mensen verstand, rede en oordeel, waardoor hij het goede van het kwade, en het eerlijke van het oneerlijke onderscheidt. Alzo Psa 119:66 ; Pro 11:22 , en smaken voor oordelen, Pro 31:18 .
Copyright information for DutSVVA