Job 13:27

27Gij legt ook mijn voeten in den stok, en neemt waar al mijn paden; Gij drukt U in de wortelen mijner voeten,
 Gij legt Dat is, gelijk men de misdadigers gevangen legt, alzo ben ik door al mijn plagen zo besloten, omsingeld en vastgemaakt, dat ik niet weg kan en uit mijn verdriet geen uitkomst zie. Vergelijk onder, Job 36:8 en de aantekening.
,
 neemt Dat is, ik ben niet alleen rondom besloten, maar Gij hebt mij nog met wachten bezet, opdat ik geenszins ontkomen zou; vergelijk boven, Job 7:12 .
,
 Gij drukt Dat is, Gij hebt mij niet alleen met wachten bezet van verre, maar Gij komt mij zo nabij, dat uw voetstappen, dat is de getuigenissen uwer strenge oordelen, recht nevens mijn voeten uitgedrukt staan; dat is, zo nabij als zij immers kunnen.
,
 wortelen Dat is, het onderste van mijn voeten. Hij wil zeggen dat God hem niet nader kon benauwen dan Hij deed, hem als bij de voeten vast hebbende, dat hij uit zijn lijden niet een stap ontgaan Kon.
Copyright information for DutSVVA