Job 21:25

25De ander daarentegen sterft met een bittere ziel, en hij heeft van het goede niet gegeten.
 met een bittere Dat is, zijnde in grote droefheid des harten. Vergelijk de aantekening 2Ki 4:27 .
,
 goede Te weten, dezes tijdelijken levens, gelijk boven, vs.13. Zie de aantekening.
,
 gegeten Dat is, gebruikt, of genoten. Alzo is eten dikwijls voor krijgen en genieten in de Heilige Schrift genomen, niet alleen in het goede, Pro 13:2 ; Isa 1:19 , en Isa 55:1-2 , maar ook in het kwade; Pro 1:31 .
Copyright information for DutSVVA