Job 3:20

20Waarom geeft Hij den ellendigen het licht, en het leven den bitterlijk bedroefden van gemoed?
 Hij Namelijk, God, want hoewel Job den Heere tegenspreekt, zo wil hij nochtans deszelfs naam verschonen, tonende alzo dat de kracht der wedergeboorte hem nog intoomde. Zo moet met het woord God de zin der Heilige Schriftuur somtijds aangevuld worden. Zie Num 23:20 , onder, Job 16:7 , en Job 20:4 ; Hab 2:1 ; 1Co 1:8 ; Heb 3:16 , enz.
,
 licht, Te weten, van den dag of der zon, of het licht; dat is, het leven, gelijk de volgende woorden verklaren. Vergelijk Psa 56:14 .
,
 den bitterlijk Hebreeuws, den bitteren van ziel; dat is, zeer innerlijk en smartelijk bedroefden. Vergelijk 2Ki 4:27 , en zie de aantekening daarop. Hij verstaat degenen, die in dit leven veel ellende en verdriet zouden onderworpen zijn.
Copyright information for DutSVVA