Job 6:8-9

8Och, of mijn begeerte kwame, en dat God mijn verwachting gave;
 Och, Hebreeuws, wie zal geven? Een manier van wensen bij de Hebreën zeer gebruikelijk. Zie van dezelve ook onder, Job 11:5 , en Job 13:5 , en Job 14:13 , en Job 19:23 , en Job 23:3 , enz.; idem Exo 16:3 , Num 11:29 , en de aantekening.
,
 mijn verwachting Dat is, dat ik verwacht, te weten, den dood; gelijk in vs.9 verklaard wordt. Vergelijk boven, de aantekening Job 5:6 .
9En dat het Gode beliefde, dat Hij mij verbrijzelde, Zijn hand losliet, en een einde met mij maakte!
 hand Welke nu schijnt gebonden te wezen, dewijl hij dezelve niet gebruikt om mij te doden. Van de hand Gods vergelijk dat onder is, Job 13:21 .
,
 einde Zo wordt het Hebreeuwse woord genomen, Isa 10:12 ; Lam 2:17 ; Zec 4:9 . Of, mij afsnede, of afhieuwe.
Copyright information for DutSVVA