Joel 3:2

2Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld;
 heidenen vergaderen, Dat is, Joden Joden Christus Nieuwe Testament Psa 2:1 ; Act 4:25-27 , en Act 6:12-13 , enz.
,
  dal van Jósafat; Dat is, aardse dal, God Christus Vaders, vs.11. Doch 2Ch 20 alwaar God Josafat, dal Beracha, lofs, God Zie 2Ch 20:12 , 2Ch 20:16 , 2Ch 20:22 , 2Ch 20:26 , met de aantekening. Alzo [wil de Heere zeggen] zal Ik De Hebr. naam Jehosafat betekent des HEEREN oordeel;, of gericht, of de HEERE oordeelt; en schijnt Ik zal aldaar met hen rechten; waarin sommigen het woord Josafat dal van het oordeel des Heeren. Anderen Jeruzalem Olijfberg, Zaligmaker Josafats; Zie Zec 14:4-5 .
,
 erfdeel Zie Deu 32:9 .
,
  Israël, Dat is, van mijne kerk, van het geestelijke Israël, bestaande uit gelovige Joden en heidenen; Gal 6:16 .
,
 Mijn land Zie Joe 1:6 .
,
 gedeeld; Te weten, onder elkander, als een roof; Dan 11:39 .
Copyright information for DutSVVA