John 16:26-27

26In dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den Vader voor u bidden zal;
 In dien dag Namelijk na het ontvangen des Heiligen Geestes.
,
 zeg u niet, Dat is, Ik wil u daarmede niet alleen troosten, dat Ik den Vader voor u bidden zal; hetwelk Ik nochtans ook doen zal; Rom 8:34 ; 1Jo 2:1 .
27Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan.
 dewijl gij Mij Dit moet alzo niet verstaan worden, dat de liefde der apostelen tot Christus ene oorzaak zou zijn, die de liefde des Vaders tot hen zou verdienen, alzo de liefde Gods ene oorzaak is waarom wij God en Christus liefhebben, 1Jo 4:19 ; maar dat deze hunne liefde tot Christus een vrucht en kenteken is van de liefde, die de Vader hun toedraagt. Zie Luk 7:47 .
,
 ben uitgegaan Dat is, niet alleen geboren van den Vader, maar ook van Hem gezonden in de wereld, om het werk der zaligmaking uit te richten.
Copyright information for DutSVVA