John 21:18-19

18Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.
 gorddet gij Dit wordt gezegd naar de wijze van die volken, die lange klederen droegen, welke zij opschortten met een gordel, als zij ergens wilden heenreizen, of zich tot enig werk bereiden. Zie 2Ki 9:1 ; Luk 17:8 ; Joh 13:4 .
,
 uitstrekken, en Namelijk om gebonden te worden.
,
 een ander zal Namelijk de scherprechter.
,
 gorden, en brengen, Dat is, banden en koorden, om gedood te worden.
,
 niet wilt Namelijk naar de natuurlijke genegenheid, die den dood altijd ontziet. Want anders heeft Petrus ook hetzelve gewilliglijk en met blijdschap geleden.
19En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.
 God verheerlijken Dat is, met welk lijden Hij de leer des Evangelies tot Gods eer bevestigen zou.
Copyright information for DutSVVA