Lamentations 3:14

14

He

. Ik ben al mijn volk tot belaching geworden, hun snarenspel den gansen dag.
 al mijn volk Te weten al dengenen, die mijne vrienden en bekenden geweest zijn; inzonderheid dengenen, die afgevallen zijn vanwege deze zware ellenden, die Gij, Heere, ons toeschikt.
,
 tot belaching geworden, Dat is, een stof van belaching en bespotting.
,
 snarenspel Hebreeuws, snarenslaging. De zin is: Zij dichten liedjes van mij en hebben hun genoegen daarin, dat zij mij dagelijks in hunne liedjes mijne ellende verwijten en voorwerpen; zie Job 17:6 , en Job 30:9 , en Psa 69:13 , en onder vs.63; vergelijk Deu 28:37 .
Copyright information for DutSVVA