Leviticus 23:40

40En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des Heeren, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.
 takken Hoewel het Hebreeuwse woord gemeenlijk vruchten betekent, zo wordt het evenwel ook 2Ki 19:30 genomen voor al hetgeen, dat uit den wortel of stammen schiet en wast. En dat hier de takken verstaan worden, is genoeg af te nemen uit hetgeen hierop volgt, en uit Neh 8:16, waar nog meer soorten van takken genoemd worden. En uit deze maakten zij hunne loofhutten.
,
 schoon geboomte, ALs, olijfbomen, mirtebomen, palmbomen. Zie Neh 8:16.
,
 palmtakken, Hebreeuws, handen van palmen
,
 beekwilgen; Met welke men die voorgemelde takken aan elkander bond, zoals sommigen menen.
Copyright information for DutSVVA