Leviticus 26:1
1Gij zult ulieden geen afgoden maken; noch gesneden beeld, noch opgericht beeld zult gij u stellen, noch gebeelden steen in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de Heere, uw God! ▼ , ▼ , ▼▼ gebeelden steen Hebreeuws, steen van het beeld, of der afbeelding.
Copyright information for
DutSVVA