Numbers 11:4

4En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israëls wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven?
 het gemene volk, Of, de samenroepende, of bijeen rottende menigte. Versta door dezen, die met de Israëlieten uit Egypte gekomen en aan het voedsel van dat land gewoon waren, en nu aan de Israëlieten oorzaak tot murmurering gaven. Zie van dezen Exo 12:38.
,
 werd met lust bevangen; Hebreeuws, zij waren met lust belust, of belustten den lust; dat is, zij waren zeer belust om vlees te eten. Zie 2Ch 36:14.
,
 zo weenden ook de kinderen Israëls Hebreeuws, daarom keerden en weenden ook de kinderen Israëls; dat is, weenden wederom. Het woord keren, bij een ander werkwoord gesteld zijnde, betekent dikwijls anders niet dan het vernieuwen en weder doen van hetzelfde werk.
Copyright information for DutSVVA