Numbers 12:1
1Mirjam nu sprak, en Aäron, tegen Mozes, ter oorzake der vrouw, der Cuschietische, die hij genomen had; want hij had een Cuschietische ter vrouw genomen. ▼▼ nu sprak, Deze wordt vóór Aäron genoemd, omdat zij schijnt de eerste oorsprong van deze murmurering geweest te zijn, waarom zij ook zonderling gestraft werd; onder, vs.10.
,
▼▼ der Cuschietische, Haar eigen naam, naar veler gevoelen, was Zippora; Exo 2:21. Maar zij werd een Cuschietische genaamd van het volk, waaruit zij gesproten was, wel verstaande niet van de Cuschieten die van Cham afkomstig waren, Gen 10:6, maar van de Midianieten; het schijnt dat de Heilige Schrift onder den naam van Cuschieten niet alleen begrijpt de Moren, maar ook de Egyptenaars, Arabieren, Midianieten en de volken die zuidwaarts woonden. Zie Gen 2:13, en Gen 10:6. Anders, Moorin.
Copyright information for
DutSVVA