Proverbs 3:3
3Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf ze op de tafel uws harten. ▼▼ Dat de goedertierenheid Dit kan men verstaan van de goedertierenheid en trouw van God, zulks dat het zou zijn een bevel, vermanende den mens daaraan vast te hangen, met ene belofte dat Hij hen behouden zou. Zie onder vs.25. Anderen verstaan dit van de weldadigheid en trouw, die een ieder jegens zijnen naaste bewijzen moet.
,
▼▼ bind ze Te weten, de geboden Gods, waarvan in vs.1 gesproken is. Of, de goedertierenheid en trouw, dat is, de beloften Gods daarvan.
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA