Psalms 14:4

4Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen den Heere niet aan.
 Hebben Anders, weten dan alle werkers der ongerechtigheid niet, die mijn volk opeten, [alsof] zij brood aten, [dat] zij den Heere niet aanroepen? of, [gelijk sommigen] hebben, enz. die mijn volk opeten? zij eten brood [en] roepen den Heere niet aan.
,
 volk opeten Dat is, onbeschroomd, met onrecht en geweld van lijf en goed beroven, Verg. Exo 22:25 ; Mic 3:3 , en Psa 79:7 .
,
 Zij roepen Alsof zij zeide: Daar schort het deze booswichten, dat zij met den Heere niet willen te doen hebben; daarom is hunne straf zeker en gereed, gelijk volgt.
Copyright information for DutSVVA