Psalms 36:11
11[036:12] De voet der hovaardigen kome niet over mij, en de hand der goddelozen doe mij niet omzwerven. ▼▼ hovaardigen Hebr. der hovaardij; dat is, der hovaardigen, [zie
Job 35:13 .] die mij onder de voeten zoeken te treden, of den voet mij op den nek te zetten.
,
▼▼ omzwerven Of, verjagen mij niet.