Psalms 42:10

10[042:11] Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?
 doodsteek Of, zwaard, moordpriem. Hebr. doding, en voorts [omdat zij instrumenten zijn, waarmede iemand gedood wordt] een zwaard, moordpriem, enz. Hij wil zeggen dat hem zulks zo wee doet, alsof zij hem met een zwaard of moordpriem doorstaken of in zijn hart staken. Want de beenderen worden alzo voor het lichaam, het binneste en de vastigheid, sterkte, vermogen en gezondheid des mensen genomen. Zie Job 7:15 . Psa 35:10 .
Copyright information for DutSVVA