Psalms 50:1
1Een psalm van Asaf. De God der goden, de Heere spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang. ▼▼ Asaf Of, voor Asaf; dat is, hem of zijnen nakomelingen ter hand gesteld, om in Gods kerk te gebruiken: gelijk Jakob en Israël dikwijls genomen worden voor de Israëlieten of Jakobs nokomelingen, en Aäron voor Aärons nakomelingen, 1Ch 12:27 . Alzo kan men ook door Asaf somtijds verstaan zijne nakomelingen. Asaf was een opperzangmeester en ook een ziener of profeet. Zie 1Ch 25:1 , enz.; 2Ch 29:30 .
,
▼
,
▼▼ aarde Dat is, inwoners der aarde.
Copyright information for
DutSVVA