Psalms 89:33

33[089:34] Maar Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet feilen.
 van hem Hebr. breken van met hem; dat is, alzo niet, dat zij zou ophouden van met of bij hem te zijn.
,
 en in mijn Hebr. en zal niet liegen in, of tegen mijne getrouwheid; dat is, van mijne getrouwheid aan, of tegen hem te bewijzen.
Copyright information for DutSVVA