Revelation of John 10:5-6

5En de engel, dien ik zag staan op de zee, en op de aarde, hief zijn hand op naar den hemel.
 hief zijn hand op Namelijk naar de algemene wijze van doen bij de ouden in het eedzweren gebruikelijk. Zie Gen 14:22; Dan 12:7; ja, God zelf spreekt alzo van zich zelf; Exo 6:7.
6En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
 geen tijd meer zal zijn; Namelijk na het bazuinen van den zevenden engel, gelijk vs.7 verklaart; hetwelk enigen verstaan van den tijd, die door den loop des hemels wordt afgemeten in dagen, maanden en jaren; welke tijd met het einde der wereld zal eindigen. Anderen verstaan het van den tijd der bekering, die den mensen na dezen tijd niet meer zal worden vergund, hetwelk daarom met zulken eed hier door den engel wordt bevestigd, opdat de mensen met ernst daarop nu zouden letten. Eenigen verstaan het ook niet ongeschikt van den tijd der vervolging en verdrukking van Gods gemeente door den antichrist en de wereld, en dat de engel daarom het zo beëdigt, om de gemeente hiervan te verzekeren en daardoor te troosten, gelijk Christus ook doet Luk 21:28.
Copyright information for DutSVVA