Revelation of John 17

1En een uit de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel der grote hoer, die daar zit op vele wateren;
 een uit de zeven engelen, Namelijk waarvan in Rev 16 is gesproken, die enigen menen de vijfde geweest te zijn, omdat die zijn fiool op den troon van het beest had uitgegoten. Waarvan in deze twee volgende hoofdstukken de brede verklaring eigenlijk wordt gegeven.
,
 Kom herwaarts, Dit dient alleen tot opwekking van den apostel, daar hier geen verandering van plaats, maar een vernieuwing van gezicht wordt verstaan, gelijk blijkt uit vs.3. Zie dergelijk wijze van spreken Eze 8:3; en Eze 40:1, enz.
,
 der grote hoer, Gelijk de ware Kerk van Christus bij een eerbare vrouw, bekleed met de zon, en versierd met een kroon van twaalf sterren, Rev 12:1, vergeleken is; zo wordt hier de afvallige Kerk vergeleken bij een prachtige hoer, die Christus, den enigen bruidegom, verlatende, zich ook tot andere mannen, dat is, tot afgoden en andere meesters begeeft, hoewel zij van het tegendeel zou mogen roemen; gelijk van Israëlitische Kerk en de stad van Jeruzalem ook gesproken wordt; Isa 1:21; Jer 3:1, en Eze 16:15. Welke nu deze hoer, en haar oordeel is, zal uit het vervolg blijken.
,
 die daar zit op Dat is, die haar heerschappij heeft over vele volken, scharen, tongen, en natiën; gelijk de engel hierna vs.15, 18 verklaart.
2Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij.
 gehoereerd hebben, Dat is, aangespannen hebben om haar geestelijke hoererij en heerschappij voor te staan, en anderen met hun macht daartoe te brengen; gelijk door den engel verklaard wordt vs.13, 17.
,
 die de aarde bewonen Dat is, die aardsgezind zijn, en tot de aardse godsdiensten genegen, gelijk de mensen van nature doen. Want hiervan wordt vs.8 uitdrukkelijk uitgezonderd al degenen, welker namen zijn geschreven in het boek des levens.
,
 zijn dronken geworden Dat is, zijn door een blinden ijver en liefde van hare opgesmukte bijgelovigheden en afgoderijen zo ingenomen en vervuld, als de voelen plegen van den wijn, die hun van een listige hoer ingeschonken wordt, om hen tot volbrenging van hare oneerlijke lusten te brengen.
3En hij bracht mij weg in een woestijn, in den geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlaken rood beest, dat vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen.
 hij bracht mij weg Namelijk door een vertrekking van zinnen; gelijk op vs.1 is aangetekend.
,
 in een woestijn, Namelijk om te vrijer op alles in stilte te kunnen letten buiten het gewoel der mensen. Anderen verstaan door deze woestijn het rijk van den antichrist zelf, hetwelk wel vol is van allerlei wereldse gewoel, maar ledig en woest van alle zaligmakende waarheid en geestelijke vruchtbaarheid.
,
 een vrouw, zittende Dat door deze vrouw de stad Rome met haar heerschappij wordt verstaan, blijkt uit de gehele beschrijving die hierna volgt; inzonderheid uit Rev 17:5, waar zij het grote Babylon wordt genoemd, namelijk geestelijk verstaan, gelijk Rev 14:8, en Rev 16:19, en uit het volgende Rev 17:9, waardoor den engel verklaard wordt, dat de zeven hoofden van dit beest, waar de vrouw op zat, zijn zeven bergen; en uit Rev 17:18, waar uitdrukkelijk wordt gezegd, dat deze vrouw is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde, hetwelk op Rome alleen past. Dit is zo klaar, dat niet alleen de voornaamste oudvaders, en al de gereformeerde leraars het daarin eens zijn, maar ook zelfs vele pausgezinde uitleggers. Doch deze laatsten drijven, om het antichristendom van hun paus en pausdom te weren, dat dit van de stad en heerschappij van Rome moet verstaan worden, alleen terwijl zij onder het gebied der heidense keizers is geweest, en de christenen heeft vervolgd. Namelijk omtrent 300 jaren na Christus' geboorte, tot de tijden van keizer Constantijn toe. Maar deze worden uit het vervolg van deze twee hoofdstukken gemakkelijk wederlegd; ten eerste, omdat het heidense Rome andere koningen en volken, die zij onder zich heeft gebracht, niet placht haar eigen afgoderij op te dringen, maar haar gewone bijgelovigheid te laten volgen, zelfs ook den Joden hun eigen godsdienst gelaten, totdat zij tegen hen zijn opgestaan. Daar deze vrouw met den kelk harer hoererij, dat is, afgoderij, alle koningen en volken dronken maakt; ten tweede kan op het heidense Rome niet gepast worden, hetgeen Rev 17:12 wordt gezegd, dat de tien koningen die hunne macht het beest hebben gegeven, op een uur hun macht ontvangen hebben met het beest, aangezien de oude Romeinen degenen die zij onder hun gebied hebben gebracht, allengskens van tijd tot tijd met geweld zich hebben onderworpen, en niet door de onderlinge bewilligign en samenspanning; ten derde, omdat het beest en deze vrouw die daarop zit, dat is, de antichrist en de stad Rome hier gedurig tezamen worden gevoegd, daar het heidense Rome, zo lang het heidens is geweest, eigenlijk de stoel van den antichrist niet is geweest, maar is die later eerst geworden; en daarom wordt gezegd dat het beest zou opkomen uit den afgrond en daarna ten verderve gaan; eindelijk, omdat de droevige en voorbeeldelijke ondergang van deze stad Babylon, waarvan Rev 18 in het brede spreekt, niet kan verstaan worden van het heidense Rome, overmits dit nimmer zulks is overkomen, zolang het heidens is geweest; maar is daarna over de honderd jaren onder de christelijke keizers in goeden stand geweest, gelijk uit de geschiedenis blijkt. Het is wel waar, dat het daarna door de Gothen, Wandalen en anderen is ingenomen en vernietigd, maar is kort daarna wederom tot zijn vorigen stand gebracht, en duurt nog. Daar het openbaar is, dat de ondergang van dit Babylon, waarvan in Rev 18 gesproken wordt, nimmermeer zal eindigen, gelijk Rev 18:2,21, wordt betuigd. Dit is zo klaar, dat enige pausgezinde uitleggers zelf bekennen, dat hetgeen hier en in Rev 18 geprofeteerd wordt moet verstaan worden van de tegenwoordige stad Rome; maar om het antichristendom van zich te weren, versieren zij een ander gedichtsel, namelijk dat een weinig vóór het einde der wereld tien heidense koningen, men weet niet uit welken hoek der wereld, zullen komen, en met den antichrist uit den stam van Dan samenspannen, en de gehele wereld innemen, den paus van Rome verjagen en den antichrist in zijn plaats stellen, en hun heidense afgoderij allen volken opdringen, en dit alles in drie en een half jaar vóór het einde der wereld, en Rome met al haar rijkdom verbranden, en dan nog daarover rouw bedrijven, enz., hetwelk voor deze ook is wederlegd, en tegen alle menselijk oordeel en reden strijdt; gelijk de volgende verklaring ook genoegzaam zal uitwijzen.
,
 scharlaken rood beest, Hierdoor wordt de koninklijke pracht en de bloeddorstigheid van dit beest, alsook van deze vrouw verstaan, gelijk uit vs.4, 6 blijkt. Waarvan zie de andere verklaring, gelijk ook van de namen der Godslastering in de aantekeningen Rev 13:1. Van de zeven hoofden en de tien hoornen, zal door den engel zelf hierna verklaring gedaan worden.
4En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en paarlen, en had in hare hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid harer hoererij.
 met purper en De uiterlijke pracht van deze vrouw, of van de afvallige Roomse Kerk, gaat door het gehele rijk, niet alleen in haar openbare regering, maar ook in haar publieken godsdienst; waar alles op het kostelijkst en sierlijkst aangericht wordt, en purper en scharlaken de kleding is van haar voornaamste hoofden.
,
 een gouden drinkbeker, Hierdoor worden verstaan de schone en aanlokkende titels, die de antichrist zichzelf en zijn kerk voor de wereld geeft, om den mens tot zijn gehoorzaamheid te brengen; als daar is: de heilige vader, de stadhouder van Christus, het hoofd van de katholieke Kerk, de navolger van Petrus, het fundament der Kerk, enz., die nochtans van binnen gezien zijnde, vol gruwelijke lasteringen, bijgelovigheden en valse leringen zijn. Anderen duiden dit van den beker der mis, en vervolgens van de mis zelf, die vol gruwelen is.
5En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
 op haar voorhoofd Namelijk gelijk de vermaarde hoeren eertijds op het voorste van hare huizen, en op hare eigen voorhoofden hare namen en titels plachten te stellen, om te meer bekend te worden, en de boelen tot zich te lokken, en tot hare liefde te trekken.
,
 Verborgenheid; Grieks Mysterion; welke naam velen getuigen, dat op den pauselijken hoed met drie kronen voor dezen is gesteld geweest. Doch gezien hiervan kan dit op meest alle plechtigheden, gewaad, en wijdingen, die de paus met zijn geschorenen gebruikt, gevoegelijk worden geduid, die zij allen tot de minste toe vol mysteriën en verborgenheden verdichten te zijn.
,
 het grote Babylon, Namelijk geestelijk of figuurlijk zo genoemd, gelijk Rev 11:8 van Egypte en Sodom uitgedrukt wordt, waarvan zie aldaar de verklaring. Zie ook hiervoor Rev 14:8, en Rev 16:19.
,
 de moeder der hoererijen Of de moeder der hoer, dat is der afgoderijen en bijgelovigheden, gelijk tevoren op vs.1 aangetekend is. Want alzo roemt zij ook, namelijk dat zij is de moeder der heilige Kerk, waarvan alle andere Kerken op aarde voortgekomen zijn en afhangen, als kinderen van hun moeder.
,
 der gruwelen der aarde Namelijk in het afzetten en ombrengen van koningen en prinsen, in het ontslaan van prinsen en onderzaten van hun eed. In het verbreken van wettige huwelijken, in het onttrekken van kinderen van de gehoorzaamheid en den dienst hunner ouders onder den dekmantel van godsdienst, in het toelaten van publieke hoerhuizen, in liegen en bedriegen, en dergelijke gruwelen, die de leer en daden des pausdoms meebrengen.
6En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote verwondering.
 dronken was van Waarvan de boeken der martelaren van allerlei natiën vol voorbeelden zijn.
7En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen.
 Ik zal u zeggen Dat is, ik zal u nader verklaren, gelijk in het vervolg geschiedt.
8Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn ( welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is.
 was en is niet; Dat hier van het antichristische rijk geprofeteerd wordt, is openbaar; daarom moeten al deze vier eigenschappen daarop passen. De eerste dan, dat het ten tijde van Johannes was, kan verstaan worden van het Romeinse rijk, dat onder verscheidene regeringen nu al enige honderden jaren geweest was, en nog blijven zou; waarbij de engel voegt, en is niet, omdat het in dien tijd geen geestelijk gebied over de kerken in het christenrijk had, nog in enige honderden jaren hebben zou.
,
 zal opkomen uit Namelijk omdat het eerst na vijfhonderd jaren, na den tijd van Johannes deze beide heerschappijen zou verkrijgen, wanneer de antichrist niet alleen alle geestelijke personen maar ook de wereldse prinsen, tegen Christus' leer en exempel, zou onderwerpen, gelijk ten tijde van Focas en daarna is geschied; Rev 13:1.
,
 ten verderve gaan; Namelijk nadat het een merkelijken tijd zal hebben gestaan, zal het allengskens weder afnemen, en zijn aanzien onder de christenen verliezen, gelijk nu enigen tijd herwaarts is begonnen, en in Rev 18 zal vervuld worden.
,
 zullen verwonderd Dat is, zullen met eerbied daartegen bewogen zijn en dat aanbidden, of zich daaraan onderwerpen. Zie hier voren Rev 13:3-4, Rev 13:8.
,
 (welker namen niet Dat is, uitgenomen die, welker namen zijn geschreven in het boek des levens. Waarvan zie Rev 13:8. Hetwelk hier tussen gevoegd wordt, opdat het niet zou schijnen, dat Christus, ten tijde van het rijk van den antichrist, geen gemeente op aarde meer zou hebben behouden.
,
 dat was en niet is, Deze woorden kunnen uit de vorige aantekeningen op vs.8 genoeg verstaan worden.
9Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit.
 zijn zeven bergen, Dat is, betekenen zeven bergen. Dat nu de stad Rome op zeven bergen was gebouwd is uit alle oude schrijvers genoeg bekend, welke waren de berg Capitolinus, Palatinus, Coelius, Aventinus, Esquilinus, Viminalis en Quirinalis, waarom zij ook bij enige oude schrijver de zevenbergse stad genoemd wordt.
10En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven.
 het zijn ook zeven Dat is, betekenen zeven koningen of koninklijke regeringen; waaruit blijkt, dat een voorbeeld of zaak wel verscheidene beduidingen kan hebben. Welke nu deze zeven koningen zijn, wordt verschillend verstaan. Eenigen verstaan door deze koningen de zeven keizers, die te Rome na den tijd van Nero tot dezen tijd van Johannes' ballingschap, hadden geregeerd. Doch daar schijnt geen reden te zijn, waarom de keizers, die voor Nero's tijd van Julius Caesar af geregeerd hadden, niet zowel zouden moeten gerekend worden als de volgende, en is openbaar dat hier van zulke koningen wordt gesproken, die de geheel regering van het ganse Romeinse rijk omvatten. Daarom verstaan anderen het beter voor de zeven vormen of wijzen van regering, waarmee de stad Rome zo tevoren geregeerd was, als daarna nog geregeerd zou worden, gelijk de engel vs.10,11 getuigt. Waarvan de eerste regering was geweest van Romulus af tot Tarquinius, onder eigenlijke koningen. De tweede, van Brutus af, onder de Consuls of burgemeesters. De derde, onder Dictators. De vierde onder de Decemviros. De vijfde onder de
,
 het zijn ook zeven Tribunos Consulares. De zesde, onder keizers, van Julius Caesar af, welke nog duurde, toen aan Johannes deze openbaring is geschied.
,
 de ander is nog niet Dat is de zevende soort of wijze van regering, die onder Constantijn de eerste Christen keizer is begonnen, die een anderen vorm van regering in zijn tijd heeft aangevangen, en nadat hij omtrent twintig jaren te Rome had gezeten, en het Christengeloof alom had ingevoerd, naar Bizantium is getrokken, hetwelk hij naar zijn naam Constantinopel heeft genoemd, en heeft aldaar den stoel des keizerrijks vooral bevestigd, waardoor het keizerlijk gezag te Rome en in Italië meer en meer is afgenomen, en de antichristische heerschappij allengskens is opgekomen. Welke de achtste vorm van regering is, waarvan hier wordt gesproken.
11En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve.
 het beest, dat was Dit is de pauselijke regering, die wel enigszins in hare beginselen begon te rijzen, maar nog niet ten volle was geopenbaard; vóór dat ten tijde van den keizer Focas, omtrent 510 jaar na deze openbaring, en 606 jaar na Christus' geboorte, het pausdom zijn geestelijke en wereldlijke heerschappij over de christenheid allengskens heeft uitgestrekt, en ten volle is tevoorschijn gekomen; gelijk voor dezen is aangewezen. Hetwelk ook, nadat het enige honderden jaren in zijn volle pracht is geweest, allengskens weder is begonnen te vervallen, en nog vervalt.
,
 en is uit de Dat is, heeft zijn macht uit de vorige zeven hoofden, of wijze van regering bijeengebracht, en allengskens opgericht. Want dit achtste omvat niet alleen een hoofd van dit beest, maar ook het ganse beest.
12En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest.
 tien koningen, Dat is, koninkrijken; gelijk bij Daniël, en hier, de koningen met hun opvolgers in dezelfde rijken doorgaans worden verstaan. Sommige uitleggers nemen dit getal voor een juist getal van tien, die de eerste geweest zijn, die omtrent den tijd van de opkomst van den antichrist in het Westen mee zijn opgekomen. Anderen, voor een onzeker getal, dat daar of daaromtrent is; gelijk dit woord tien ook elders wordt gebruikt; zie een exempel Gen 31:7, en Num 14:22; en worden hieronder geteld de koninkrijken van Hongarije, Napels, Spanje, Frankrijk, Engeland, Schotland, Polen, Zweden, Denemarken, Portugal, Boheme en enige andere, die hieronder zijn begrepen, als Navarre, Arragon, Lyon, Sicilië, Sardinië, Noorwegen, enz.
,
 een ure met het beest Dat is, op of omtrent één tijd; gelijk deze manier van spreken ook genomen wordt Joh 4:52; Act 10:3, Act 10:30; Rev 3:3. Anderen zetten het over, een ure, dat is, een korten tijd; gelijk deze wijze van spreken ook elders betekent. Doch de eerste komt met het oogmerk van den apostel best overeen.
13Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven.
 enerlei mening, Namelijk in dit stuk van het in stand houden en voorstaan van het gezag en de bijgelovigheden van den antichrist, als is het dat zij in wereldse zaken zeer verschillen, en met elkander dikwijls twistend zijn; en al is het dat soms enigen van deze koningen zich tegen enigen van deze pausen hebben gesteld, zo hebben zij nochtans altijd willen schijnen het pausdom zelf en zijn leer voor te staan.
14Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen ( want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.
 tegen het Lam krijgen, Dat is, Christus in Zijn leden bekrijgen en vervolgen; gelijk Christus zelf tot Paulus spreekt; Act 9:4. Want al is het dat zij niet altijd hebben voor gehad Christus regelrecht te bestrijden, nochtans die Zijne leden en Zijn leer zoeken uit te roeien, worden geacht en in de Schrift gezegd Christus zelf te bestrijden. Zie Psa 2:2; Act 4:25, enz.
,
 het Lam zal hen Namelijk zo door een geestelijke overwinning, dat zij de ware en zaligmakende leer van Christus niet zullen kunnen uitroeien, wat zij ook doen, maar dat Christus door Zijn uitverkorenen en gelovigen, in spijt van al zulk geweld, deze zal verbreiden in de wereld; alsook door vele uiterlijke overwinningen, die hij den Zijnen in de wereld over hen zal geven, gelijk de voorbeelden van de voorgaande en deze tegenwoordige eeuw bewijzen; en in dien laatsten groten krijg, waarvan in Rev 16:14 is geprofeteerd, zal het nog klaarder voor de gehele wereld blijken.
,
 een Koning der koningen), Deze titel wordt Christus, als den éénigen Heere en Koning, boven alle heren en koningen hier gegeven, gelijk dezelve God gegeven wordt, 1Ti 6:15, omdat Hij is de waarachtige God en heerschappijvoerder over alle schepselen, éénswezens met den Vader. Zie ook hierna Rev 19:16.
15En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
 zijn volken, Dat is, betekenen volken en verscheidene talen en natiën; ene sacramentele wijze van spreken, gelijk hiervoor ook is aangewezen, en hierna vs.18 nog volgt.
16En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden.
 de tien hoornen, Dat is, koningen, gelijk vs.12 is verklaard, zullen eindelijk hun ogen opendoen en gewaar worden, hoe zij door hen verleid zijn, en hen daarover als ook over hun afgoderij en heerschappij haten. Waarvan enigen nu reeds zulks hebben gedaan; en God mag gebeden, dat van de overigen ook zulks mag geschieden.
,
 zullen haar woest Dat is, hun macht en aanzien, dat zij deze in hun rijken tevoren gegeven hadden, weder aan zich nemen, en tegen hen keren.
,
 zullen haar vlees Dat is, zullen hun inkomsten en rijkdommen, die zij uit hare landen trok, haar weigeren en ontnemen, en zelf tot hun eigen nut aanwenden en tegen haar gebruiken.
,
 vuur verbranden Namelijk de plaats of stad met zeven bergen, waar zij haren stoel of troon heeft, gelijk Rev 16:10 aangewezen is.
17Want God heeft hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening doen, en dat zij hun koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn.
 God heeft hun Want het hart der koningen is in de hand des Heeren gelijk waterbeken, Hij keert dat waar Hij wil; Pro 21:1, namelijk òf in Zijn rechtvaardigen toorn en oordeel, tot hun straf en beproeving van Zijn volk; òf in Zijn genade tot verlossing en bevrijding van Zijn volk, en tot straf Zijner vijanden.
,
 mening doen, Of raad, gelijk ook vs.13, en hier in het volgende.
,
 totdat de woorden Dat is, totdat de profetieën zullen vervuld zijn, die God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft, zo van de opkomst en heerschappij, als van den val van den antichrist.
18En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde.
 de grote stad, Zie de verklaring hiervan in de aantekeningen vs.3.
Copyright information for DutSVVA