Romans 3:22-26

22Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
 geen onderscheid Namelijk tussen Joden en Grieken, als zij maar geloven.
23Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods;
 derven de heerlijkheid Gods; Grieks Hysterountai; hetwelk betekent eigenlijk in het verkrijgen van enige zaken, inzonderheid in het lopen naar den prijs, verachteren of tekortkomen en derhalve dien moeten derven; gelijk alle mensen tekortkomen, die door hunne werken de heerlijkheid Gods, dat is het eeuwige leven zoeken te verkrijgen.
24En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is;
 En worden Van hier voort beschrijft de apostel al de oorzaken en eigenschappen van de rechtvaardigmaking des geloofs, die ons in het Evangelie geopenbaard is. De opperste oorzaak dan is de onverdiende genade Gods, de bewegende en verdienende oorzaak is de verzoening en verlossing door Christus geschied; het middel, waardoor ons die wordt toegerekend, is het geloof in het bloed van Christus; het einde is de betoning van Gods gerechtigheid en de vergeving der zonden. De eigenschap is dat alle roem des mensen voor God hierdoor wordt uitgesloten, en dezelve geopenbaard is, niet alleen voor de Joden, maar ook voor de heidenen.
,
 om niet Grieks tegeefs; dat is, door enkele gifte, zonder enige verdienste.
,
 de verlossing, Grieks apolytrosis; hetwelk, hoewel het somwijlen wat breder genomen wordt voor allerlei verlossing, zo betekent het nochtans eigenlijk ene verlossing, die geschiedt door opbrenging of betaling van rantsoen, gelijk Christus zelf spreekt Mat 20:28 . Zie ook 1Co 7:23 ; 1Pe 1:18 .
25Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods;
 voorgesteld heeft Namelijk eerst in Zijn eeuwigen raad, en daarna door uitvoering van dien in de volheid des tijds, en eindelijk door de predikatie des Evangelies; 2Ti 1:9-11 ; 1Pe 1:20-22 .
,
 verzoening, Grieks hilasterion; dat is, om te zijn een verzoener, namelijk der zondaren. De apostel ziet hier op den genadestoel of het verzoendeksel van zuiver goud gemaakt, dat de ark des verbonds, waar de tafelen der wet in lagen, bedekte; hetwelk ook hilasterion genaamd wordt, Heb 9:5 , en was een voorbeeld dat Christus door Zijne zuiverheid en gehoorzaamheid onze overtredingen tegen de wet voor Gods aanschijn zou bedekken en ons met God verzoenen.
,
 in Zijn bloed, Dat is in, of door Zijn bloedig lijden en sterven. Deze woorden kunnen gevoegd worden òf bij het woord verzoening, dat Christus ons door Zijn bloed met God verzoend heeft; òf met het woord geloof, omdat het geloof, waardoor wij gerechtvaardigd worden, voornamelijk ziet op de gehoorzaamheid van Christus tot den dood des kruises toe, en daarop steunt en vertrouwt; hetwelk met het oogmerk des apostels schijnt best overeen te komen. Zie ook 2Co 5:19-21 ; Gal 2:20 .
,
 tot een betoning Dat is, om te betonen Zijne trouw en waarheid in het houden van Zijn beloften, Luk 1:69-70 , of ook om te bewijzen dat Hij rechtvaardig is, dewijl Hij zelfs in Christus de zonden straft, welke Hij in het Oude Testament vergeven heeft om deze verzoening, die geschieden zou, en in het Nieuwe dagelijks vergeeft den gelovigen om dezelfde voldoening, die nu geschied is; hetwelk de volgende woorden schijnen mede te brengen.
,
 die te voren geschied zijn Namelijk onder het Oude Testament, die God in Christus eerst in de volheid des tijds gestraft heeft, tot dien tijd dezelve overziende; Heb 9:15 . Of die de mensen gedaan hebben, eer zij door het geloof gerechtvaardigd worden. Hoewel ook de zonden, die na de bekering gedaan worden, niet anders worden vergeven dan om de voldoening van Christus; Phi 3:9 ; Heb 10:14 ; 1Jo 1:7 , en 1Jo 2:2 .
,
 onder de verdraagzaamheid Gods; Grieks in. Deze woorden worden van sommigen gevoegd met vs.26, doch hangen beter aan het voorgaande.
26Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus is.
 Tot een betoning Zie der verklaring van vs.25.
Copyright information for DutSVVA