Romans 5:2-3

2Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods.
 toeleiding hebben Of, toegang tot deze genade; waardoor te kennen gegeven wordt, dat wij tot deze genade vanzelf niet zijn gegaan, maar dat wij van Christus door Zijnen Geest daartoe zijn geleid; Eph 2:8 ; Heb 8:10 .
,
 tot deze genade, Dat is, tot dezen staat der vriendschap en vrede met God. Waaruit ook voortkomt dat wij met vrijmoedigheid tot Hem gaan en Hem durven aanroepen als een Vader; Eph 2:18 , en Eph 3:12 ; Heb 4:16 .
,
 in de hoop Of, op de hoop; dat is lijdzame verwachting door Christus.
,
 der heerlijkheid Gods Namelijk die namaals in ons zal geopenbaard worden; Rom 8:18 .
3En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt;
 wij roemen ook in de verdrukkingen, Dat is, wij verheugen ons zelfs daarin, en trotsen tegen dezelve om de verzekerdheid, die wij hebben van de goede uitkomst van die; Rom 8:34 , enz.
,
 lijdzaamheid werkt; Niet dat de verdrukking dat doet door hare natuur, maar omdat Christus de gelovigen door Zijnen Geest daartegen sterkt; Joh 16:33 ; Rom 8:37 .
Copyright information for DutSVVA