Romans 9:24-25

24Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.
 Welke Hij ook Tot hiertoe heeft de apostel gesproken van Gods voornemen der verkiezing van sommigen en der verwerping van anderen; nu gaat hij voort en spreekt van de roeping dergenen, die verkoren zijn, ten dele uit de Joden, maar merendeels uit de heidenen; welke roeping het middel en kenteken is, waardoor de uitverkorenen Gods van anderen worden onderscheiden.
,
 geroepen heeft, Namelijk niet alleen uitwendig door het Woord, maar, ook inwendig door Zijnen Geest, gelijk het woordje uit ook medebrengt; want anderszins is naar de uitwendige roeping zowel de Jood als de heiden geroepen; Mat 22:14 ; Rom 8:28 , Rom 8:30 ; 1Co 1:26 .
25Gelijk Hij ook in Hosea zegt: Ik zal hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde.
 hetgeen Mijn volk niet was, Namelijk de heidenen, die Hij in het O.T. voorbijgegaan was en nu door Christus ook tot Zijn volk zou aannemen nevens de uitverkorenen uit de Joden; Eph 2:13 ; 1Pe 2:10 . Alzo bewijst de apostel dat hij niets leerde dan hetgeen door de profeten voorzegd was wat geschieden zou: namelijk dat Hij uit heidenen en Joden het ware Israël Gods zou vergaderen; Rom 11:26 ; 1Pe 2:10 .
Copyright information for DutSVVA