Titus 3:4
4Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, ▼▼ de goedertierenheid Namelijk die de eerste oorzaak is van onze zaligheid, waardoor God bewogen is om ons deze mede te delen. Zie
Joh 3:16;
Rom 5:8;
1Jo 4:9.
,
▼▼ verschenen is, Namelijk door de prediking des Evangelies, gelijk
Tit 2:11.