Zechariah 3:9

9Want ziet, aangaande dien steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel graveren, spreekt de Heere der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen.
 dien steen, Namelijk Christus, straks een Spruit genoemd, vs.8, die het fondament en de hoeksteen des tempels werd afgebeeld; Psa 118:22 ; Isa 28:16 . Alzo wederom hier, toen de tempel is gefondeerd en vernieuwd geworden in de tegenwoordigheid van Jozua.
,
 op dien enen steen Of, in dien steen, te weten in Christus, zal zijn, vooreerst de volheid der Godheid, en daarna overvloed van geestelijke gaven, en voorts volkomen zorg voor zijne kerk. Anders: over. Verstaande de grote zorg des Vaders over Christus en zijn rijk.
,
 zeven ogen wezen; Verg. met de woorden van dit vers, de woorden van Zech 4:10 ; Rev 5:6 .
,
 Ik zal zijn graveersel graveren, Dat is, Ik zal hem kostelijk uithouwen, gelijk men een kostelijken steen fraai polijst en glad maakt; dat is, Ik zal hem [te weten] Christus versieren met menigerlei geestelijke gaven. Hebr. Ik zal zijne opening openen; welke woorden enigen duiden op het lijden en op de wonden van onzen Heere Jezus Christus, waarmede onze ongerechtigheden zijn uitgedelgd en de zaligheid verworven is.
,
 dezes lands Te weten, van de kerk der Joden en heidenen.
,
 op een dag wegnemen Te weten, op dien dag als Christus zal gekruisigd worden.
Copyright information for DutSVVA