1 Kings 12:4

4) juk

Dat is, de dienstbaarheid en den last der schatting, die hun Salomo opgelegd had. Zie boven, 1 Kon. 4:7, en 1 Kon. 5:13; alzo is het woord juk gebruikt in het volgende; idem Gen. 27:40, en Lev. 26:13.

1Ki 4.7 5.13 Ge 27.40 Le 26.13

5) hard gemaakt;

Hoewel Salomo de goederen zijns volks belast had met schattingen, tot onderhouding van zijn staat en hofgezin, boven, 1 Kon. 4:7,22, nochtans hadden zij geen oorzaak om dus te klagen, dewijl zij onder zijn regering, durende veertig jaren lang, 2 Kron. 9:30, nevens de ware religie, groten vrede en rijkdom genoten hadden, boven 1 Kon. 4:24,25, en 1 Kon. 10:27.

1Ki 4.7,22 2Ch 9.30 1Ki 4.24,25 10.27

6) maak

Of, minder van den harden dienst uws vaders, enz.

7) vaders harden dienst,

Dat is, dien uw vader ons opgelegd heeft. Alzo, de last des konings, Hos. 8:10, dat is, dien de koning oplegt.

Ho 8.10

8) ons opgelegd heeft,

Hebreeuws, op ons gegeven heeft; alzo 1 Kon. 12:9.

1Ki 12.9

9) u dienen.

Dat is, uw onderzaten zijn, en u voor onzen koning aannemen, erkennen en u gehoorzamen. Dat heet onder, 1 Kon. 12:7, knechten zijn.

1Ki 12.7
Copyright information for DutKant